Verslag jubileumexcursie Van Andel Bio en NZ27

Met De Nieuwe Graanschuur naar telers in Flevoland

 

Waar komen onze aardappels en groenten vandaan? Uit de regio natuurlijk; en in De Nieuwe Graanschuur hangen posters van de boeren. Maar wie zijn de mensen achter deze portretten? En wat is hun motivatie? Hoe gaat het toe op zo’n akkerbouwbedrijf? Hoe moeilijk zijn teelten zonder beestjes dood te spuiten? Met zulke vragen melden Ria en ik ons op zaterdagmorgen 24 mei bij Lukas in De Nieuwe Graanschuur.

Hij heeft het aantal auto’s goed afgestemd, zodat we mee kunnen rijden naar Zeewolde. Als we de polder in rijden dringt het besef al door dat dit zeer grote bedrijven zijn. We parkeren naast enkele enorme loodsen en twee woningen: akkerbouwbedrijf Van Andel Bio. Dichtbij draaien grote windturbines. En er is een apart ontvangst- annex schaftlokaal. Daar heet Joost Jonk ons welkom, met koffie en een uitgebreid praatje. De grond is van het rijk en in deze hoek van de polder is nog nooit gif gebruikt. Van Andel pacht hiervan ruim 300 hectare. Ze begonnen hier in 1989, en Joost is nu bezig het over te nemen. Hij is op een gangbare boerderij in de buurt opgegroeid, maar raakte op den duur overtuigd van biologisch. Zijn streven: biologisch voedsel betaalbaar voor iedereen. Op deze goede ondergrond en met zo’n groot bedrijf kan je veel oogsten tegen lage kosten en zo de kiloprijs laag houden. Hij vertelt over de wisselteelt van gerst, bietjes, erwten, pompoen, uien, en nog zo wat. Grasklaver brengt stikstof in de bodem, en het loof gaat naar een veehouder, die er vaste stalmest voor terug levert. Met bio-bietjes is het inmiddels gelukt om de prijs in de buurt te krijgen van de prijs die supermarkten betalen voor ‘gif’-bietjes. Die zeggen nu: laten we dan maar helemáál overstappen op bio-bietjes! Hopelijk gaat dit ook een keer lukken voor andere gewassen.

Een tweede poot van het bedrijf is opslag en verwerking. Naast koelcellen bezoeken we een hal met een rij machines waar bietjes worden gewassen en automatisch gesorteerd op grootte. Zowat de hele Nederlandse bio-bietjesoogst, van zo’n 15 telers, wordt hier verwerkt. (Een groot deel gaat door naar een naburig bedrijf dat de bietjes kookt en verpakt in zakjes en potten.) Samen leveren ze van hier uit 70% van de productie aan winkels en grote supermarktketens in heel Nederland. De rest is export. Met Joost lopen we ook langs een partij enorme witte zakken met elk 1200 kilo bio-bietjes die op trucks uit Spanje zijn ingevoerd. ‘In Spanje zijn ze eerder volgroeid en zo verlengen we het seizoen voor onze afnemers’. Joost glimt er van. Ik vind dat hij best trots mag zijn op wat deze vakmensen samen voor elkaar krijgen.

In totaal werken er 35 mensen. Uiteraard veel seizoenswerk. Het wieden tussen de rijen kan tegenwoordig met een satelliet-gestuurde machine, maar in de rij moet het toch echt met de hand. De arbeiders zijn afkomstig uit een dorp in Roemenië, waar al decennia goede relaties mee worden onderhouden.

Het tweede bedrijf dat we bezoeken heet nog steeds NZ27, het kavelnummer uit de tijd van de ontginning. Dit is een BV onder een stichting, vertelt Harm-Jan. Ook dit bedrijf ligt in het gebied waar nooit gif is gebruikt. Als hij vertelt en vragen beantwoordt, is het inmiddels lunchtijd en zitten we in het schaftlokaal. Lukas van DNG deelt lekkere broodjes en sap uit. Harm-Jan: Het bedrijf is gestart na verschijning van het Rapport van de Club van Rome; de overheid (R.IJ.P.) wilde experimenteren met landbouw zonder chemicaliën. Er werd toen nog wel kunstmest bij gebruikt, maar dat is allang verleden tijd. De oppervlakte is ruim 200 hectare, eigendom van het rijk en gepacht. NZ27 is op weg om in oktober a.s. de erkenning ‘biologisch-dynamisch’ te ontvangen. Dit dankzij o.a. een nog extensiever grondgebruik met ruimere wisselteelten (6 tot 12 jaar), gebruik van preparaten en werken met de zaaikalender. Hier horen we ook over aardappelen, knoflook en granen. Er is een ‘belevingskas’ en samen met andere boeren wordt biogas geproduceerd.

In de hallen van NZ27 bezichtigden we installaties waar uien worden gesorteerd en in netjes verpakt, voor supermarkten. Behalve over de teelten en machines spreken we ook over woonruimte en de lonen van de Oost-Europese seizoenarbeiders. NZ27 huisvest deze zelf. Ze werken ook voor naburige landbouwbedrijven. Door betere controle op de uitzendburo’s zijn hun lonen de laatste jaren sterk gestegen. We vragen Harm-Jan hoe consumenten verleid kunnen worden tot meer bio. Antwoord: BD/Demeter blijft een kwaliteitsklasse voor de speciaalzaak want de meerwaarde is in de grote supermarktketens niet goed voor het voetlicht te krijgen. Maar bio kan voor het grote publiek sterk gestimuleerd worden. Op zich is de prijs die de boer krijgt al wel OK. Echter wat doen de supermarkten? Die lokken klanten met (o.a.) afgeprijsde cola en bananen. De winst halen ze op andere artikelen …. waardoor bio soms wel 3x zo duur wordt verkocht als de prijs die de boer krijgt. Zo blijft de afzet beperkt tot wie dat ‘extra’ kan betalen. Het dure imago van bio is dus onterecht. Nog meer verbazende inzichten: soms verkopen bio-groenten beter zonder ‘bio’ label. En ook in dit gebied zakt de bodem en wordt nagedacht over andere drainage. Zelfs ‘beregening’ met druppelsystemen is in de toekomst misschien wel nodig. Moeilijk voorstelbaar op zulke enorme akkers.

Op de zaterdag van ons bezoek is de kleigrond kurkdroog en grofbonkig. En toch – overal lange rijen kleine tere plantjes. Het blijft een wonder.

Verslag door Johan van Dalen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *